Sylvain Loichet zoekt naar natuurlijk evenwicht in de wijngaard

In de wereld van Bourgogne boeren, die geheel zonder landbouwgif werken, hebben wij een steengoede nieuwe ster ontdekt: Sylvain Loichet.

DE CÔTE D’OR

De belangrijkste leverancier van top-Bourgogne luistert naar de fraaie naam Côte d’Or. De meningen zijn verdeeld of met ‘Or’ goud wordt bedoeld of dat het verwijst naar ‘Oriënt’; de oost expositie van de belangrijkste wijngaarden. De Côte d’Or telt 8.763 vierkante kilometer.

Het is één van de oorspronkelijke drieëntachtig departementen die in 1790 tijdens de Franse Revolutie werd benoemd. Alle Grand Cru’s van de Bourgogne (op die van Chablis na) liggen in het departement Côte d’Or. Dit zijn vaak magische wijnen als Le Montrachet en Romanée-Conti. Hier werken wij samen met de jonge, getalenteerde Sylvain Loichet. De grote witte wijnen worden gemaakt van de chardonnay en de rode van de pinot noir. Op iets kleinere schaal is de aligoté aangeplant voor de eenvoudiger wijnen.

Sylvain (1983) is eigenlijk het best te omschrijven als een jonge, herintredende wijnboer. Generaties achtereen bezat de familie Loichet wijngaarden. Die werden niet zelf verbouwd, maar verhuurd aan wijnboeren. Het is in de Bourgogne een ingeburgerd gebruik om als landeigenaar wijngaarden te verhuren. Métayage, heet dit systeem. Zo ook de familie Loichet. Zij hielden zich liever bezig met de lucratieve marmergroeve, in het zuiden van de Bourgogne bij het plaatsje Comblanchien. Zoon Sylvain besloot echter dat hij zijn toekomst wilde veiligstellen als wijnboer. Stukje bij beetje werden daarom vanaf 2005 de mooiste percelen uit het verhuurde bezit weer teruggehaald, om door Sylvain biologisch te worden verbouwd. Hij ging met beleid te werk, want niet alle percelen werden in eigen exploitatie genomen; slechts de beste wijngaarden kwamen daarvoor in aanmerking. In het verleden maakte hij gebruik van een tijdelijke wijnmaak ruimte in Comblanchien. Nu worden alle activiteiten samengebracht in een fraai gerestaureerd pand met een prachtige kelder, midden in het dorpje Chorey-les Beaune.

Met de verkoop van het handelshuis Moillard, enige jaren geleden, kwamen er fraaie percelen wijngaard op de markt. Gesteund door familiekapitaal kocht Sylvain enkele van de beste percelen, zoals een perceel in Nuits St. Georges en twee percelen van de Grand Cru wijngaard Corton-Charlemagne. In totaal exploiteert Sylvain nu 8,5 hectaren. Veel groter wil hij niet worden. “Ik doe alles met de hand op een zeer ambachtelijke wijze en vind tien hectaren wel de limiet,’ laat de helder sprekende wijnboer weten.

Conventioneel versus bio

De biologische certificaten, die Sylvain in 2008 aanvroeg, werden in 2011 aan hem toegekend. Zijn biologische aanpak vraagt twee tot drie maal zoveel tijd in de wijngaarden dan bij conventionele wijnbouw. Met de hand wordt niet alleen de grond los geschoffeld (op een enkele keer machinaal ploegen na), maar worden ook handmatig overtollige bladeren, uitlopers en knoppen verwijderd. Hij richt zich wat dat betreft op de werkwijze van de veelbesproken Lalou Bise-Leroy. Zij hanteerde lange tijd vijf tot zes druiventrossen per wijnstok en maakte hemelbestormend goede wijnen. Nu hanteert zij één tot drie trossen per wijnstok. Zo ver wil Sylvain niet gaan: ‘Het zet de wijnstok onder druk. Ik zoek naar een zo natuurlijk mogelijk evenwicht tussen productiehoeveelheid en kwaliteit van de druiven.’

Om de zeer lage opbrengst per wijnstok enigszins rendabel te maken, past hij bij nieuwe wijngaardaanplant de extreem hoge plantdichtheid toe van veertienduizend wijnstokken per hectare. De jonge wijnstokken worden uit eigen teelt geproduceerd. Hiervoor worden stekjes gebruikt uit de percelen Grand Cru, Clos de Vougeot en uit de ietszuidelijker gelegen wijngaarden van de Côtes de Nuits Villages ’Chantemerle’.

Steenhouwers

Dat de familie haar vermogen verdiende in de steenhouwerij, blijkt als wij het hoofdkwartier bezoeken: het is één grote bouwput. Het uit 1756 daterende complex staat in het dorpje Chorey-les-Beaune. In 1990 werd het door Sylvain’s familie aangekocht. Op het moment dat wij er zijn, worden meerdere voorname gebouwen tegelijk gerenoveerd. Kelders eerst, dat wel. Op zeer intelligente wijze wordt ondergronds een prachtige wijnopslag gecreëerd voor de witte wijnen. Uiteraard geheel bekleed met steen uit

Comblanchien

De rode wijnen rijpen in een fraaie, stokoude gewelfde kelder, een indrukwekkend geheel. De kelder en bovengelegen wijnmaakruimten moesten gereed zijn voor de oogst van 2013. Dat leek in het voorjaar van dat jaar een behoorlijke uitdaging, om het maar zacht uit te drukken. Inmiddels is het fraaie eindresultaat zichtbaar en worden de druiven onder smetteloze omstandigheden verwerkt.

Houten kuipen

In de bovengronds gelegen ruimten staan de grote, houten gistingskuipen gereed. Twintig in totaal en alle afkomstig van de uitstekende ‘foudrier’ Grenier. Sylvain wil niet werken met roestvrijstalen tanks, omdat het de wijn ‘shockeert’. De flessen liggen in metalen boxpallets,

gereed om van een etiket te worden voorzien. Elke wijn draagt het AB-logo, het Franse certificaat voor Agriculture Biologique, dat wordt gecontroleerd door Ecocert.

Prijs-kwaliteit

Naast de voorbeeldige kwaliteit van de wijn, viel ons ook de gunstige verhouding tussen prijs en prestatie op. Dat aspect is in de Bourgogne niet altijd even goed zichtbaar, maar wél bij Sylvain Loichet. Met name bij de rode Côtes de NuitsVillages en de witte Ladoix 1er Cru.

Dat het wijnen zijn die prima kunnen ouderen, bleek toen wij oudere jaargangen van zijn wijn kregen voorgezet. De 2007 Ladoix 1er Cru is werkelijk een schoonheid. Wijnschrijvers Hamersma en Klei delen vette cijfers en erkenning uit aan deze rijzende ster.

Benieuwd naar de wijnen van Sylvain Loichet? Klik hier